10. Ras G
Een van de smaakmakers van de LA Beat scene stierf helaas eerder dit jaar. Ras G was een charismatische verschijning, altijd op zoek naar de randen van hip hop, soul, funk en de laatste tijd ook house. Hij vatte zijn werkwijze samen door zijn eigen label Ghetto-Sci Fi Music te noemen: ghetto in de zin van zijn sound en set-up (sampler, drummachine), science hoe hij de geluiden samenkomen en fictie voor diegenen die gewend zijn aan een meer professionele studiosetting. Het was deze sound met zijn rauwe energie wat hem zo bijzonder maakte. In 2019 bracht hij nog drie albums uit. De Down to Earth series, gericht op de zware beats, en Dance of the Cosmos, waarop hij zich richt op house. Ras G zal gemist worden.
9. Free the Robots – Datu
Heerlijk album van longstay Free the Robots, die eigenlijk nooit teleurstelt. Datu is de naam die werd gegeven aan het hoofd van een Filipijnse tribe in de pre-koloniale tijd. Free the Robots onderzoekt zijn eigen diepe roots en komt met een zwaar percussief album. Spaarse maar uiterst effectieve samples en loops worden heerlijk ingezet en voorzien die typische Free the Robots ritmes. Hypnotiserend en helend.
7. Robag Wruhme – Venq Tolep
Na jaren aan het front van de minimal-stroming vond Wruhme een ander, veel rustiger geluid. Een heel specifieke melancholische sound vol organische geluiden, zoals opnames van pratende kinderen, ingepakt in knipsels van messen en vorken die de beat bepalen en daaroverheen warme, gloedvolle melodielijnen. Venq Tolep staat er vol mee en de zorgvuldig opgebouwde tracks zijn heerlijk licht. Het soort album dat een glimlach naarboven haalt en waarmee je op wil staan en weer mee in slaap valt.
Diezelfde sound met datzelfde gevoel gebruikt Wruhme nu ook in doorontwikkelde vorm op opvolger Venq Tolep. Het gloedvolle (synths, piano en/of strijkers) is blijven bestaan en bij tijd en wijle nog een tikje melancholischer geworden. Maar het is niet alleen maar zweven. Op Venq Tolep zijn er genoeg beats te ontwaren die het geheel (altijd gematigd) voortstuwen. Naast de elektronische geluiden zijn er ook nu weer akoestische/organische geluiden verweven in de zorgvuldig gebouwde tracks. En zo is dit een plaat zonder grote verrassingen maar een constant aangename ervaring voor de oren.
6. Efdemin – New Atlantis
Het mooie van New Atlantis, de nieuwste van Berliner Efdemin, is dat het uitgekauwde techno LP-concept, knallers afgewisseld met ambient-oefeningen, hier een eigen versie krijgt en echt werkt. New Atlantis is een 17de eeuwse roman over een fictioneel eiland waar sociale progressie tot stand komt door middel van een samenvoeging van kunst, wetenschap, techniek en mode. Schrijver Bacon beschrijft hierin ‘sound houses’, waarin muziekinstrumenten staan die in staat zijn alle geluiden die het universum kent na te bootsen. Vierhonderd jaar later is deze beschrijving realiteit geworden. Efdemin raakte geinspireerd door het idee en besloot Bacons visie om te zetten in muziek. Het titelnummer is het fundament: een 14 minuten durend monument van zwaar zwevende psychedelische techno. Dat zwevende en psychedelische komt terug in A Land Unknown, een even epische tocht in minimalistische techno. Black Sun is meer recht toe recht aan 4×4 maar blijft zwaar spacey. De bangers zijn hier emotionele sfeermakers en de ambient stijlvolle en organische werkstukken. At The Stranger’s House bijvoorbeeld, geweldig tussen twee temponummers in, maar echt indrukwekkend is aflsuiter The Sound House, een onverwacht hoogtepunt op een fantastische technoplaat.
5. PTU – Am I Who I Am
Russen zijn gewoon over het algemeen mafkezen. Niet zo raar dus dat het Russische duo PTU je een portie wazige techno voorschotelt. Korte nummers, heel veel ideeen en nog meer fantasie. Met verbluffende snelheid naar allerlei (bizarre) hoeken van elektronische muziek. Hun passie voor anologe hardware en eindeloos jammen op oude synths mondt op Am I Who I Am uit in een uiterst grillige kijk op techno en IDM. Razende industriele dystopische noise, zwevende soundscapes met samples waarin cultuur en samenleving onder de loep worden genomen, het zit er allemaal in. Opmerkelijke en gerichte leftfield techno.
4. MoMa Ready – Soft, Hard, Body
Wyatt D. Stevens: audiovisuele artiest, filmmaker, DJ, producer, labelbaas (Haus of Altr), workaholic en evangelist van de goede smaak. Haalt zijn inspiratie uit diepe house, techno, rave en heeft een zwak voor skateboard-cultuur (zwijmel, zwijmel). Soft, Hard, Body is een house-atoombom. De groove, de soul, de energie, de pompende 909 beats en dan nog dat oeverloze maar o zo coole gepreek door de tracks heen (I don’t speak for House, House speaks for me). Eindelijk een religie die ons past. Volg blind het woord van Stevens: ‘all lovers of electronic music. Together we walk on water’. En laat het duidelijk zijn: Soft, Hard, Body: ALL KILLER, NO FILLER!
3. Boreal Massif – We all have an Impact
Op het eerste gezicht lijkt Boreal Massifs (samenwerking tussen Pessimist en Loop Faction) We all have an Impact ietwat cheesy. Een elektronische plaat die de klimaatverandering onder de aandacht brengt, of beter, de vernietiging van de natuur en ecosystemen. Een soort klimaatactivisme a la Greta Thunberg? Niet echt, alhoewel Boreal Massif bloedserieus is. Het bezwerende geram op die grote toms op The Brink of Extinction klinkt inderdaad onheilspellend. Weather in August is geen zomerhitje; na 3 minuten voorbijwaaiende synths en vinylgekraak komt de breakbeat, subtiel maar loodzwaar. Diepe donkere beats met trip hop roots en zware apocalyptische soundscapes domineren We all have an Impact, maar er is ook ruimte voor hoopvollere geluidsconstructies, waarin natuuropnames, samples en gitaarloops bij elkaar komen, bijvoorbeeld op Somewhere In Galicia. Dit is een diep en rauw project, dat laat zien dat elektronische muziek meer is dan lege wegwerpsels. Het heeft ons aan het denken gezet in ieder geval.
2. Karenn – Grapefruit Regret/Kind of Green
2019 is het jaar van de ‘business-techno‘. Techno is namelijk groot, commercie viert hoogtij en puristen schreeuwen daardoor moord en brand. In al deze commotie lijkt er toch een rots in de branding in de vorm van Karenn (Blawan en Pariah). Al jaren op eenzaam niveau solo en als duo. Deze hardware-fanatiekelingen zijn wars van stijl- en mode-ontwikkelingen en lijken ook prima her lijntje te kunnen leggen tussen puristen en massa want het is een sound die beide kunnen verteren. Knetterhard maar niet alleen maar bonk, wegdraaien, white noise, bonk, repeat. Deze figuren hebben veel gevoel voor diepte en ritme, maar zijn vooral machine-freaks. Je hoort ze haast draaien, trekken, patroontjes veranderen en er weer een opgefokte synth ingooien.
Karenn bracht liefst drie releases uit dit jaar en ze waren alledrie van de buitencategorie. Album Grapefruit Regret met absolute killers Kumquat, Crush the Mushrooms en het rollende en grommende Clay. De Kind of Green EP met Rek en Salz (geen commentaar) en ook met het tegendraadse Kind of Green en het heerlijke Newt. Maar met het opnoemen van een paar nummers doen we de rest tekort. Karenn is Karenn en staat met recht op eenzame hoogte in de modderpoel die techno heet.
1. King Midas Sound
Solitude laat je achter in een steeds dieper zinkend gat, laat je hoofd rondtollen en maakt het zwart voor je ogen nog zwarter. Geen idee of dit nog wel als muziek bestempelt moet worden. Maar een luisterervaring die je emoties zo vermorzelt is simpelweg geniaal. Kevin Martin met zijn kille, desolate, door synths dichtgesmeerde texturen, een enkele piano of een alles opslokkende vibrerend diepe bas. Roger Robinson met diep-donker dwingende stem, gortdroog in je gezicht. Nog nooit zoiets troosteloos, guur en akeligs gehoord. Heerlijk.